Beatrijs: van non tot prostituee tot koningin?

Beatrijs: van non tot prostituee tot koningin?

Als er één middeleeuws religieus verhaal is dat wetenschappers, vertalers en toneelschrijvers blijft boeien, dan is het de Beatrijs wel. In de afgelopen vijftien jaar verschenen er zes (!) vertalingen en/of bewerkingen. In de middeleeuwen was de Beatrijs minder populair. Sterker nog: het had weinig gescheeld of we hadden helemaal geen Nederlandse Beatrijs gekend! Van Beatrijs is namelijk slechts één middeleeuws handschrift overgeleverd. Je kunt je daarom afvragen waarom de tekst nu steeds weer vertaald wordt.

Ja, Alphaman, leg dat eens uit!

Eén van de belangrijkste redenen is dat onze Beatrijs-tekst de mooiste versie ter wereld is. Ja, echt. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen. Of nou, er was in 1927 een Franse wetenschapper die alle middeleeuwse versies heeft bestudeerd – dat waren er 54 in werkelijk alle talen van het Noors tot het Arabisch – en tot de volgende conclusie kwam:

” L’ouvrage, dont nous avons à entretenir le lecteur pour l’instant, constitue un des plus purs joyaux de la littérature néerlandaise du moyen âge, et sans dout est-ce bien la rédaction la plus parfaite du thème qui nos occupe. ” 

Alphaman, dat is Frans daar snap ik toch geen snars van?

Ah, oui! Ahum, ik bedoel: o ja.

“Het boek, dat wij hier nu behandelen, bevat een van de meest zuiverste juwelen van de Nederlandse literatuur van de middeleeuwen. Zonder twijfel is het de meest perfecte versie van het thema dat ons hier bezighoudt.”

In andere woorden: de mooiste Beatrijs ter wereld is door een Nederlander gemaakt. Zie het als een soort middeleeuws songfestival dat we 550 jaar na verschijnen alsnog gewonnen hebben. Douze points!

Maar waarom is onze Beatrijs nou zo goed? De meeste versies breken af als Beatrijs het klooster weer ingaat. De onze niet. De schrijver besefte dat Beatrijs eerst nog moest boeten voor haar zonden en schreef er een passage met een abt (leider van een klooster) bij. In die passage zorgde hij vervolgens dat de abt erop toekeek dat er voor de kinderen van Beatrijs gezorgd zou worden. Die waren immers hun moeder kwijt. Ook zou hij zorgen dat haar verhaal doorverteld zou worden. In de inleiding van het verhaal lezen we dan ook dat de auteur het verhaal van een abt genaamd Gijsbrecht heeft gehoord. Zo is de cirkel weer rond. Magnifique.

(afbeelding: KB.nl)

Is dat alles? Nee. Verre van. In 1908 verschijnt er een vertaling van de hand van P.C. Boutens, een van de succesvolste dichters uit die periode. Omdat zijn vertaling behalve erg mooi ook niet al te lang is, gaat het verhaal massaal over de toonbank. Het werd tijdens zijn leven 35 gedrukt! Zo eindigt er ook een exemplaar bij de studentenclub van prinses Juliana. In 1938 krijgt Juliana een dochter: Beatrix. Je voelt hem al aankomen. Een krant uit die tijd deed dat ook:

Een kleine aanwijzing voor de keuze van den naam Beatrix vindt men wellicht in den studententijd van de Prinses. Toen immers was zij lid van de tooneelclub der meisjesstudenten en eens, in het voorjaar van 1929, droeg zij in de Steenschuur, het clublokaal, de Beatrijs-legende voor.

Zou onze voormalige koningin naar de middeleeuwse Beatrijs genoemd zijn? Stom toeval is het niet. Zeker niet wanneer je bedenkt dat het tijdschrift Beatrijs (nu: Libelle) ook in 1938 werd opgericht. Misschien zoekt de Alphaman er te veel in, maar feit blijft dat er meer schuilt achter dit onschuldige Mariaverhaaltje dan je zou denken.

De Alphamannetjes zoeken het in de verkeerde hoek